Ik zie, ik zie wat ik niet zie is uitstekend lesmateriaal voor het basisonderwijs. Je kunt het als leerkracht gebruiken in de reguliere lessen, als extraatje naast het verplichte programma, maar zeker ook voor kinderen die cognitief meer uitdaging nodig hebben en in zogenaamde plusklassen. Door een samenspel van kijken en opdrachten bij sommige illusies kun je als leerkracht het boek op vele manieren inzetten. Voor de hogere klassen kun je het ook gebruiken als uitgangspunt bij langer lopende projecten.
Goed te gebruiken in een bovenbouwklas:
- ter ondersteuning van een bepaalde themales (bij voorbeeld over de werking van de hersenen/gezichtsbedrog)
- voor kinderen die binnen de klas meer uitdaging nodig hebben
- voor de kieskasten (als werkbladen)
- ophangen als ‘puzzel van de week’
Goed te gebruiken voor de plusklas:
- als introductie van een les
- als vraagstuk in een les
- als opdracht bij een kunstproject (bijvoorbeeld over Escher)
- als werkopdracht om in de klas aan te werken; als afsluitend ‘spelletje’
Met het boek als uitgangspunt kun je als leerkracht ook een langer lopend project over hersenen en/of illusies starten. Maar je kunt ook met behulp van de opdrachten in het boek een project over kunst beginnen in de klas.
Reacties op het boek:
- mooie vormgeving
- aansprekend kleurgebruik
- uitdagende opdrachten
- duidelijk afgebakend
- praktisch in de klas bruikbaar